Het gehucht van Froissy bestaat uit een tiental
huizen, gegroepeerd rondom twee belangrijke silo’s langs weerzijden van het
kanaal van de Somme. Het museum van de P'tit train de la Haute Somme
(vertrekplaats van de trein) bevindt zich inwaarts van de baan langs het kanaal,
ter hoogte van de brug.
Het vertrek heeft plaats vanaf het
smalspoormuseum waarbij je rechts ervan de watertoren en de draaischijf vindt,
iets verder het vroegere in 1987 door APPEVA gebouwde museum is, dat snel te
klein geworden was. De lijn vervoegt al snel het jaagpad vóór het houten
gebouw waar stoomlocomotieven, locotractoren en wagens met veel geduld gerestaureerd worden. Het spoor volgt het
kanaal via een tunnel onder de weiden tot aan de haven van Cappy. Men bemerkt er
de vijvers aan de overzijde van het kanaal. De haven van Cappy was ten tijde van
de suikerfabriek een bescheiden kaaimuur waar de suikerwagens naar toe gebracht
werden. Vanaf een spoor tegen de boord van het kanaal werd de suiker
onmiddellijk overgeladen op de aken. De ligging van het spoor, resten van de
eerdere uitbating en dus weinig aangepast voor toeristische uitbating, werd
volledig verbeterd en in het oude dienstlokaal van de suikerfabriek werd een
station ingericht. Tegenwoordig gebeurt hier de uitwisseling van de
locomotieven, een deel van de lijn wordt met diesel bediend, het andere deel met
stoomtractie.
De lijn loopt verder in een
steeds dieper wordende gleuf en in een gebogen tunnel van 200m lang. Dit bouwwerk, door de suikerfabriek
in 1927 gebouwd vermijdt de doortocht in de straten van Cappy, hetgeen het geval
was vanaf de 1
ste wereldoorlog. Wanneer de doortocht gebeurt met
stoomtractie is dit een van de hoogtepunten van de lijn. De lijn verlaat de
tunnel bij een overweg en loopt langs de lager gelegen huizen.
De lijn vervolgt zijn
weg langs weiden en vervolgens kruist ze de weg naar Chuignies over een metalen
brug (6m lang..) door de mensen van het gehucht “de viaduct” genoemd, om
verder het woud in te lopen. Daarna vervoegt ze een uitwijkspoor dat dikwijls
gebruikt wordt voor het kruisen van de treinstellen. Vanaf hier kan men een
tweede tunnel opmerken die toegang gaf tot een groeve; zij loopt heden verloren
in de weiden. De trein houdt hier halt…
want voor hem liggen geen rails meer. Hij vertrekt opnieuw achteruit, om op een
ander spoor te stijgen; 500 meter verder stopt hij terug en vertrekt terug
voorwaarts.
Men moet goed opletten om
het systeem te begrijpen. De sleutel van het raadsel verschijnt enkele
ogenblikken later als men het geheel van de dubbele opklimmende “Z”vorm
beneden bekijkt. Deze bijzondere spooropstelling is zeldzaam in Europa, maar
komt vooral voor in de Andes en in het hooggebergte. Gebouwd tijdens de 1
ste
wereldoorlog laat de “Z” aan weinig krachtige locomotieven (tussen 50 en 70
pk.) toe om het 50 meter hoogteverschil tussen het kanaal van de Somme en de
vlakte van Santerre te overbruggen. Een stoommachine had dan de mogelijkheid om
twee geladen wagens, dit is een twintig ton, omhoog te hijsen, telkens nadat hij
enkele minuten in stilstand verbleef, om de stoomdruk terug te verhogen.
Het spoor blijft klimmen en
vervoegt eindelijk de departementale weg 164 die ze een weinig later dwarst. De
top van de helling is bereikt. De lijn kruist terug een opstelspoor: in
goederendienst laat de stoommachine hier zijn twee wagons achter en daalt terug
af om twee volgende op te halen. De lijn loopt verder langs de weg. Men heeft
hier een vergezicht op de omgeving; tot aan de heuvels die Péronne domineren,
in het oosten de vlieghaven van Méaulte, in het noordwesten en het westen
bemerkt men de klokkentorens van de dorpen in de hoogvlakte.
De restanten van de suikerfabriek, gesloten in 1988, bevinden zich rechts. Het
spoor loopt in die richting en loopt voorbij het stadium van Dompierre om enkele
honderden meter verder, aan het beging van de eerste dorpshuizen het eindpunt te
bereiken. De machine wordt vervolgens ontkoppelt om aan de andere zijde terug
kop te maken en de terugrit vangt aan over hetzelfde traject.